Notes |
- Arrived at the Cape on 6.5.1719 as soldier on the "Risdam" from Hanau, Germany, later baker, He became burger in 1722. Lived from 1735 in Drakenstein
Farmer from 1735 on the farm Parl-diamant in Drakenbstein.
Scheepsgegevens Risdam - 1713Scheepstype: fluitIn gebruik bij de VOC vanaf 1713 tot 01/1727 (VERGAAN, Mersing, Oostkust Maleisië).
Gebouwd voor de Kamer van Amsterdam op de werf te Hoorn.
waterverplaatsing: 520 ton
Beschrijving:Vergaan bij Maleisie in de Zuidchinese zee, ruim 1 kilometer uit de kust, nabij de plaats Mersing. De kapitein van de Risdam liet in januari 1727 het schip bewust voor de Olifantsrots stranden, toen hij op weg was van Siam naar Batavia. Het schip was te lek om verder te varen. De provoost is op het schip verdronken omdat de oude man weigerde om van boord te gaan.In 1984 heeft de berger Mike Hatcher het schip, dat nog goed intact was, ontdekt onder een laag modder van een meter. Er zijn ruim 300 ivoren slagtanden, houten palen en aardewerk potten uit Thailand gevonden, alsmede 47 ijzeren gebruiksvoorwerpen, 139 baren tin.Om de Risdam te kunnen bergen en in Nederland te exposeren, richtte Mike Hatcher met enkele Nederlanders de stichting Dutch East-India-men-wreck-research op. De plannen vlielen echter in het water toen de Maleisiers het schip - dat binnen hun territoriale wateren lag - claimden. De stichting ging ook ter ziele. Ook, naar men zei, omdat de Nederlandse overheid weinig initiatieven ontplooide om de Risdam te behouden. (Bron: kranteberichten)
Reisgegevens:
reis vertrek op van naar aankomstdatum kamer
1 27/09/1714 Texel Batavia 22/04/1715 Amsterdam
via: Kaap de Goede Hoop van 09/01/1715 tot 27/01/1715
1 16/01/1717 Batavia Texel 30/07/1717 Enkhuizen
via: Kaap de Goede Hoop van 28/03/1717 tot 13/04/1717
2 16/11/1718 Texel Batavia 31/08/1719 Amsterdam
via: Kaap de Goede Hoop van 29/04/1719 tot 16/06/1719
Tanap - http://www.tanap.net/_xml/default.aspResolutions of the Council of Policy of Cape of Good Hope Cape Town Archives Repository, South Africa
Reference code: C. 74, pp. 15-22.
Dingsdag den 15e Januarij 1726, voormiddags.
Alle tegenwoordig, behalven den E. capn., Kaje Jesse Slotsboo, benevens den ondercoopman en winkelier, Jan Aldersz.Ter vergaderinge verschijnende de schippers der aanweesende scheepen Aagtekerk en Westvriesland, soo betuijgden deselve op de afvrage van den Heer Gesaghebber dat sijlieden geduurende haar aanweesen alhier niet alleen ten vollen genoegen hadden genooten de gewoone ververssingen van vleesch, brood en moeskruijden, maar ook sodanige andere benodigtheeden meer als tot het vervorderen haarer reijse dienstig waaren geweest, mitsgrs. die van Westvriesland daar en boven dat aan hem soo veel gereconvalisceerde manschap uijt het hospitaal die van de alhier verblevene van 't schip Ravesteijn sedert weeder tot hunne gesondheijd en in staat van dienst te kunnen doen sijn geraakt, waaren bijgeset, dat hij, als kunnende het met 44 a 45 man stellen, geen de minste swarigheijd maakte om deselve te ondernemen, gelijk den schipper van Aagtekerk ook verklaarde met sijne althans ophebbende 144 coppen met volkomen gerustheijd in zee te kunnen gaan; dog aangaande den dag haares vertreks verders gesprooken sijnde, betuijgden sij beijde daar toe niet voor Woensdag den 23e deser maand in gereetheijd te kunnen sijn, geconsidereert den eersten ter deser plaatse veel goederen hebbende moeten uijtscheepen, desselfs volk oversulx nog geen rust of tijd hadde gehad om de scheeps saken te verrigten, veel minder eenige ververssinge tot beeter conservatie van haare gesondheijd op de verdere reijse aan de wal te genieten, en dat den anderen geduurende den tijd dat hij om soo te spreeken geen, of immers seer wijnig volk hadde opgehad, ook geen de minste klarigheijd, dat nu eerst soude moeten begonnen werden, hadde kunnen maken, zulx men het voorenstaande overweegende, den monsterdag dier kielen tegens den voormelten tijd heeft moeten vaststellen, gelijk ook in het scheepje Spieringshoek hebben moeten gelaten werden 21 stucken canon tot onderlast, dewijl deselve volgens getuijgenis van gedagte schipper van Westvriesland daar in bij gebrek van ruijmte niet hebben kunnen werden overgenomen. [1]
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -Vervolgens is naar lectuure van het onderstaande versoekschrift, door den burger Paulus Artois gepresenteert: [2]
E. Agtb. Heer en Heeren,Geeft in alle onderdanigheijd te kennen UE.E. Agtb. seer ootmoedigen dienaar, Paulus Artois, burger deser Colonie, dat den selven met UE.E. Agtb. voorkennisse heeft laten meeten seker stuk huijs erf gelegen in dese Tafelvallij naast 's Comps. schuthok, groot negen en negentig quadraet roeden en 112 do. voeten, gelijk dit annexe caartje, door den landmeeter daar van gemaakt, breeder komt aan te wijsen, dierhalven neemt den supplt. de vrijheijd sig in alle onderdanigheijd tot UE.E. Agtb. te wenden, eerbiediglijk versoekende dat het deselve mogte behaagen hem genoemde stuk huijserf in eijgendom te geven.
(Onderstont) 't Welk doende &a.Aan denselven het daar bij versogte stuk huijs erfs ter groote van 99 quadraat roeden en 112 do. voeten in eijgendom gegeven, onder de gewoone bepalinge dat ër ten eersten op sal moeten werden getimmert.Waar na men heeft gelesen seeker reqte. door de burgers en gepermitteerde broodbackers, uijtgeno[men] de wede. Elias Kina, in de volgende bewoordinge overgegeven: [3]
[4]Geeft met alle onderdanig respect UEd. Agtb. onderdanige en gehoorsame dienaren de zupplten. sijnde dese ondergetijkende gepermitteerde backers, in UEd. Agtb. Politicque Vergadering op den 8e deser maand Januarij 1726 laastleeden van d' E. Heer Besaghebber en de Politicquen Raad agt dagen uijtstel gepresenteert, maar door ons misverstand niet aangenomen hebben, dewijl wij van den anderen niet wisten en in die zaak nie[t] vereenigt waaren, derhalven nemen wij nu de vrijmoedigheijd om UE. Agtb. dese geringe letteren op te offeren, dewijl UE. Agtb. ons heeft gepermitteer[t] indien wij een middel mogte uijtvinden voor ons als voor d' E. Comp. en het gemeenen best, als dan zulx soude voorbrengen, en dat de backers niet meer als ordinarij prijs sijn koorn sal mogen kopen van de landbouwers, en dat wij alle weken souden moeten doen rapport van onse consumptie[n,] Zoo is 't dat wij gesamentlijk volgens schuldigen pligt met alle onderdaningheijd seer gaarne soude willen voldoen, maar onse zupplten. demoedig versoek is als dat d' E. Comp. het coorn van de landbouwers gelieft aan te nemen, sonder dat ijmand van de backers sal mogen ijts kopen, soo versoeken wij de E. Besaghebber en den Politicquen Raad of zijlieden ons gelieven te begunstigen als dat wij het coorn per ordonnantie van d' E. Comp. soude mogen ontfangen voor sodanige prijs als UE. Agtb. goed zult vinden, en de backers kunnen bestaan.(Was getekent) A. A. Jerf, [5] Abraham Bleuset, Christiaan Rasp, Hs. kriel, [6] Pieter Jubbels, [7] Maximiliaan d' Huuvetter, [8] Jochum Postumus, F. Bierman, Claas Langemaak. [9]Over welkers inhoude geraadpleegt zijnde, is best gedagt dat men het versoek bij hetselve vervat, om goede redenen sal van de hand wijsen, en het besluijt aan dese tafel onder den 8e deser diesaangaande genomen, in volkomen stand en onveranderd houden.Wijders produceerden den Heer Gesaghebber de jaarlijxe rek. der arme penningen, soo van Stellenbosch als Drakensteijn, sijnde van inhoude als volgt:D' Stellenbosse diaconij rekening so opgenomen en bevonden is op ulto. December 1725, en overgelevert aan den E. Agtb. Heer Gesaghebber en den E.E. Agtb. Raad &&a.
Anno 1724, ulto. December was 't restant van cassa ƒ2970:12:-1725 onder de godsdienst ontfangen ƒ750:05:-Wegens verscheenen intres, giften, kerkelijke geregtigheeden &a. ƒ667:07:- ƒ4388:08:-
UijtgaafAan twee obligatien ƒ2200:-:-Aan reparatie van de kerk, benodigtheeden, alimentatie der armen &a. ƒ464:-:- ƒ2664:-:-
Blijft in cassa voor 1726 ƒ1724:08:-
10 Obligatien, bedragende ƒ5317:15:-
Verscheenen intressen ƒ320:-:-
Kerkelicke ornamenten ƒ201:10:- ƒ7564:01:-Nota: Ter narigt word aangetekent dat Ariaantje JanszDit is dieselfde persoon as Ariaantje Malmer. in de cassa der armen berustende heeft en toekomt ƒ2609:-:-
Somma der arme Penningen ƒ4955:01:-Ter memorie word hier bijgevoegt dat de Eerw. kerkenraad aan Cabo goediglijk geleent hebben aan de diaconie, ter opbou[w] van de kerk, om ter gelegene tijd te rembourseeren, de zomma van ƒ4000.(Onderstont) Dese nagesien en accoord bevonden. (Was getekent) H. Beck, Jacobus de Lange, Jan Nel, Dirk Uijs en Wouter de Vos. (Lager) En uijt naam en last, UE.Eds. Agtb. gehoorsam[e] dienaar, (was getekent) Henricus Bek. (In margine) Stellenbosch, in onse kerkelick{e] vergadering, 1726/13 Januarij.
Reekeninge van 't capitaal der Drakensteijnse diaconie, soo als bevonden is den 6e Januarij 1726.
Anno 1725, pmo. Januarij was het capitaal ƒ6944:12:-
Daar bij is in dit jaar gekomen:
Aan aalmoessen ƒ509:04:-
Aan verscheene intressen ƒ372:-:-Per testament en liberale gift ƒ48:-:-Kerk en kerkhofs geregtigheeden, en 't verhuuren van doodkleet en baar ƒ64:08:-Ook soo veel in kerke kassa van een tweede sakje, mitsgrs. kerk en kerkhofs geregtigheeden is bevonden ƒ1045:07:- ƒ2039:03:-
ƒ8983:15:-Hier van gaat af:Aan de koster voor een jaar gagie, en een togt na de Caab ƒ42:-:-
Resteert derhalven ulto. December 1725 ƒ8941:15:-
Bestaande in de volgende partijen, als:
In cassa aan contanten ƒ2369:15:-
Obligatien ƒ6200:-:-
Agterstallige intresten ƒ372:-:-
ƒ8941:15:-Item, eenige ornamenten en materialen tot de kerk behoorende, welk dagelijx gebruijkt worden en verslijtinge onderworpen, tot geen somma konnen gebragt worden, dus alhier alleen opgebragt werde per memorij.Hier tegen is dese diaconie schuldig aan de diaconie van Kaap de Goede Hoop, wegens sonder intrest geleende penningen, de somma van agt duijsent guldens Kaapse valuatie, segge ƒ8000.(Onderstont) Aldus gerekent en nagesien in vollen kerkenrade aan Drakensteijn, den 6e Januarij ao. 1726. (Was getekent) Lambertus Slicher, Jean Durand, Hnus. Bosman, S. W. v. M., Mattijs Strijdom, Pieter Joubert, Steven Marais, David de Villiers, Jaen Bastiae{n}se, Charle Marais.Die men verstaan heeft dat na de jaarelijxe usantie copieelijk naar het vaderland zullen werde[n] gesonden.Laastelijk is op de voorstelling van den Heer fiscaal indep[en]dent, Adriaan van Kervel, nog gearresteert en beslooten dat ten aansien bij het vigeerend generaal placcaat enige nodige articulen, vervat in de jongst g'emaneerde placcaten, ontbreekende sijn, hetselve door Sijn E. beneven[s] d' E.Es. Nicolaas Heijning en Hendrik Swellengreb[el] sal werden geresumeert, van het overtollige gesuijvert, en met het dienstige geamplieert, omme daar na gepubliceert en sodanig alomme geaffigeert te werden.
Aldus geresolveerd ende gearresteert in 't Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
JAN DE LA FONTAINE.
A. V. KERVEL.
NS. HEIJNING.
HK. SWELLENGREBEL.
Mij present, R. TULBAGH. Secrets.
---------------------------------------------------------------------- ----------
Notes.[1] 'n Gedeelte waarin drie bemanningslede op die skepe Aagtekerk en Westvriesland bevorder is, is hier weggelaat. Sien C.20, Resolutiën, 1725-1726, pp. 268-269.
[2] Sien C.233, Requesten, 1726, no. 62.
[3] Sien C.233, Requesten, 1726, no. 61.[4] Die skrywer van hierdie versoekskrif het deurgaans "Besaghebber" i.p.v. "Gesaghebber" geskryf.[5] Albert Andries Jerff van Kopenhagen was sedert 1699 soldaat aan die Kaap. Hy het in 1704 'n vryburger geword, en is die volgende jaar getroud met Anna Maria Mulder. Sy is in 1710 oorlede, en op 6.10.1715 het hy hertrou met Catharina Marquardt, die dogter van Thobias Marquardt en Catharina van den Berg. Toe sy in 1734 oorlede is, was Jerff reeds oorlede. (Sien C.225, Requesten en Norninatiën, 1718, no. 75; M.O.O.C. 8/2, Inventarissen, 1705-1714, no. 47; M.O.O.C. 8/5, Inventarissen, 1727-1737, no. 102; M.O.O.C. 10/4, Vendu Rollen, 1731-1738, no. 115; M.O.O.C. 13/2, Boedel Reekeningen, 1723-1737, no. 79.)[6] Hermanus kriel is in 1694 in Hanau gebore. Hy het in 1719 as soldaat na die Kaap gekom, en het in 1722 'n vryburger geword. Hy is op 22.3.1722 getroud met Maria Steijn, die dogter van Jacobus Steijn. Sy is twee jaar later oorlede, en op 29.4.1725 is hy weer getroud met Elisabeth Anna Malan, die dogter van Jacques Malan en Elisabeth le Long. In 1735 het hy op sy plaas Paarl Diamant in Drakenstein gaan woon. Hy is in 1739 oorlede. (Sien C.229, Requesten, 1722, no. 71; M.O.O.C. 8/4, Inventarissen, 1720-1727, no. 70; M.O.O.C. 8/6, Inventarissen, 1738-1748, no. 27; M.O.O.C. 7/6, Testamenten, 1736-1745, no. 34.)
[7] Pieter Jubbels (Gobbels) van Keulen is op 8.11.1699 getroud met Margaretha Dusobry, die dogter van Jacob Dusobry en Margaretha Jean. Hy was 'n vryburger aan die Kaap, maar het in 1706 na Batavia gegaan. In 1723 het hy egter teruggekeer, maar in 1743 het hy weer toestemming verkry om na Batavia te gaan. (Sien C.230, Requesten, 1723, nos. 123 en 124; C.242, Requesten en Nominatiën, 1743, no. 10; C.J.2653, Testamenten, 1727-1731, no. 36.)[8] Maximiliaan de Huvetter was die seun van Jacob de Huvetter. Hy is in 1695 in Brugge gebore, en het in 1719 as soldaat na die Kaap gekom. Hy is op 30.5.1722 getroud met Magdalena Verdeau, die dogter van Hercules Verdeau en Maria Catharina Huibeaux. Hulle het een dogter gehad. Hy het in 1723 'n vryburger geword. De Huvetter is op 29.1.1742 oorlede. (Sien M.O.O.C. 7/6, Testamenten, 1738-1745, no. 84.)[9] Claas Langemaak van Hademarschen het in 1721 as soldaat na die Kaap gekom, en het in 1725 'n vryburger geword. (Sien C.232, Requesten, 1724-1725, no. 64.)
---------------------------------------------------------------------- ----------Publication is only permitted if the name of the repository and the reference number are mentioned.
Reference code: C. 81, pp. 95-98.
Donderdag den 6 Januarij 1729, voormiddags.
Alle tegenwoordig.Is ten gedanen versoeke van sommige deeser ingesetenen wel gepermitteert geworden dat deselve de bakneering deesen jaare weederom sullen mogen exerceeren, namentlijk aan Harmanus kriel, [1] Christiaan Rasp, [2] Jochem Posthumus, [3] Maximiliaan de Huvetter, [4] Pieter Jubbels, [5] Albert Andriesz Jerf, [6] Claas Langemaak, [7] Pieter Schreuder [8] en Hendrik de Vries. Dan dewijl dit getal te groot is om alle een behoorelijke kostwinning daarvan te kunnen hebben, Soo is ook met eenen beslooten en vastgestelt dat geen nieuwe permissie tot backen aan imand meer sal werden verleend, maar dat men ter contrarie de gemelte backers tot op een getal van ses stux sal laten uijtsterven, welke ses men vertrouwt dat als dan op een ordentelijke wijs daarvan sullen kunnen bestaan, en waarom men boven dat getal ook niet meer sal mogen komen, ten eijnde alsoo te prevenieeren dat den een den ander niet bederft en in de grond komt te helpen. [9]
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Aldus geresolveerd ende g'arresteert in 't Casteel de Goede Hoop, ten dag een jare voorsz.
P. G. NOODT.
JAN DE LA FONTAINE.
A. V. KERVEL.
J. T. RHENIUS.
NS. HEIJNING.
HK. SWELLENGREBEL.
CL. BRAND.
R. TULBAGH. Rt. en secrets.
---------------------------------------------------------------------- ----------
Notes.[1] Hermanus kriel is in 1694 in Hanau gebore en het in 1719 as soldaat met Risdam na die Kaap gekom. Hy het in 1722 'n vryburger geword en is in dieselfde jaar met Maria Steyn getroud. Sy is in 1724 oorlede en die volgende jaar is hy weer met Elisabeth Anna Malan getroud. kriel is in 1739 oorlede.[2] Christiaan Rasp van Hassloch het in 1710 as soldaat na die Kaap gekom en is sedert 1713 as bakker gebruik. Nadat hy in 1715 'n vryburger geword het, is hy met Femmetje Visser getroud. In 1720 het hy met Geertruyd Nauta hertrou. Hy is in 1729 oorlede.[3] Hy was afkomstig van Bolsward in Friesland en was getroud met Elsje Catharina Beust. Posthumus is in 1742 oorlede.[4] De Huvetter was die seun van Jacob de Huvetter en is in 1695 in Brugge gebore. Hy kom in 1719 as soldaat na die Kaap, maar word op 4.5.1723 'n vryburger. In 1722 is hy met Magdalena Verdeau getroud. Hy is op 29.1.1742 oorlede.[5] Peter Gobbels van Keulen was 'n vryburger aan die Kaap voordat hy in 1706 na Batavia vertrek het. In 1723 keer hy na die Kaap terug en ontvang toestemming om hom weer hier te vestig. In 1743 vertrek hy en sy vrou, Margaretha Dusobry, egter weer na Batavia.[6] Albert Andries Jerff van Kopenhagen was eers as soldaat in diens van die Kompanjie voordat hy in 1704 'n vryburger geword het. In 1705 tree hy met Anna Maria Mulder in die huwelik, maar nadat sy in 1710 oorlede is, hertrou hy op 6.10.1715 met Catharina Marquardt.[7] Claas Langemaak van Hademarschen kom in 1721 as soldaat met Amsterdam na die Kaap en word vier jaar later 'n vryburger.[8] Pieter Schreuder en sy vrou, Maria Stip, se name kom voor op die monsterrolle van vryburgers in die Kaapse distrik van 1724 tot 1734. Hy was waarskynlik afkomstig van Maagdeburg, aangesien sy broer en suster in 1731 nog daar gewoon het. (Vgl. C.J.2654, Testamenten, 1731-1736, pp. 33-36.)[9] 'n Gedeelte waarin bedorwe voorrade wat uit die skip Berkenroode ontvang is, as verliese afgeskryf is, is hieronder weggelaat. Die gedeelte wat weggelaat is, berus in C.23, Resolutiën, 1728-1729, pp. 364-366. Die oorspronklike memorie kan gevind word in C.292, Memoriën, 1726-1739, p. 133.
---------------------------------------------------------------------- ----------Publication is only permitted if the name of the repository and the reference number are mentioned.
Reference code: C. 151, pp. 377 - 379, K.A.
Dingsdag den 12: 8br: 1773
alle present.Naar Resúmptie eener Missive van den Landdrost en Burger krijgsraad van Stellenbosch en Drakensteijn, de dato 5 deeser, goed gevonden zijnde, aan haarl: zoo tot het Exerceeren der búijten Coloniers in den wapenhandel, als het doen der aanstaande wapenschouwinge tot Stellenbosch, de versogte 1500: ponden Buskrúijt en 2700 p:s vúúrsteenen te laaten verstrecken, heeft men wijders de door gem: krijgsraad gedaane bevorderingen van Jacob de Villiers J:P:Z:o, Pieter Gerhard van der Bijl, Stephanús Jansz: Weijers, Hermanús kriel en Dirk Woúter Hofman, tot wagtmeesters onder de resp:e Compagniën Búrger Dragonders, item de aanstellinge van den Corporaal Michiel Otto de jonge tot Sergeant bij de Comp:ne Infanterije, geapprobeerd.
Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd, In't Casteel de goede Hoop, Ten Dage en Jaare voorsz:
J: V: Plettenberg
H V Prehn
P: Hacker
O M Bergh
R:t en Secret:s
A: V: Schoor
J: J: Le Suëur
D Westerhoff
Otto Lud:r Hemmij
---------------------------------------------------------------------- ----------Publication is only permitted if the name of the repository and the reference number are mentioned.
Reference code: C. 83, pp. 54-56. print version
Donderdag den 30 Junij 1729, voormiddags.
Alle present.Geleesen zijnde de notulen in burger chrijgsrade op den 8 deeser maand gehouden, en vervat in de volgende bewoording: [1] Extract uijt de notulen gehouden in vergaadering van burger crijgsraad, op Woensdag den 8 Junij 1729.Dirk Corsz, [2] gedaagden, over een nagt absent zijn van d' wagt.Den crijgsraad aangehoord hebbende den gedaagdens assurantie en brutale antwoorde, en sig gants niet kreunende aan den crijgsraads waarschouwinge, maar in teegendeel gesegt dat zij maar doen zoude het geen sij konde, Soo is door den crijgsraad goedgevonden aan den E. Heer gesaghebber en E. Agtb. Politicquen Raad des gedaagdens gedrag bekent te maaken, en Haar Es. ordres af te wagten.Vermits het overleijden van den corporaal, Pieter Christiaan Berentsz, [3] Zoo is goedgevonden op approbatie van den E. Heer gesaghebber en E. Agtb. Politicquen Raad die plaatse weederom te vervullen met den burger Harmanus kriel.(Onderstond) Accordeert met de notulen, (was geteekent) Am. Lever, [4] scriba. (In margine stond) Cabo de Goede Hoop, datum voormelt.Soo is uijt aanmerking van het onbehorelijk gedrag van den burger Dirk Corsz denselven in vergaderinge binnen geroepen, in een boete van tien Rrs. ten behoeve der burger chrijgs cassa gecondemneert, en hem verders gelast dat den gemelten chrijgsraad ter eerster sitting op de eerbiedigste wijse vergiffenis over zijn gepleegde onordentelijkheeden sal hebben te versoeken, met verdere waarschouwing dat sig in 't vervolg voor iets diergelijx wel sal hebben te wagten, of dat anders doende voor mattroos in dienst genomen en soodanig als een onnut subject van hier versonden sal werden. Sijnde wijders de gedane aanstelling van den burger Harmanus kriel tot corporaal, in plaats van den overledene Pieter Christiaan Barentsz ook goedgekeurt geworden.
Aldus geresolveerd ende g'arresteert in 't Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
JAN DE LA FONTAINE.
A. V. KERVEL.
J. T. RHENIUS.
NS. HEIJNING.
HK. SWELLENGREBEL.
CL. BRAND.
R. TULBAGH. Rt. en secrets.
---------------------------------------------------------------------- ----------
Notes.[1] Die notule van die betrokke vergadering van die burgerkrygsraad kan gevind word in B.K.R.1, Notulen, 1718-1767, pp. 94-95.[2] In die monsterrol van vryburgers vir 1728 en 1729 verskyn die naam van Dirk Cors net na die name van Cors Hendriksz en sy wou, Anna Jansz. Waarskynlik was hy hulle seun.[3] Pieter Christiaan Behrens van Hamburg is in 1696 gebore. Hy was die seun van Hendrik Behrens en Catharina Bootman. In 1720 kom hy as soldaat na die Kaap, waar hy as smid diens doen. Op 8.6.1723 word hy 'n vryburger. In Desember 1724 ontvang hy toestemming om na Drakenstein te verhuis, aangesien hy daar 'n plaas gekoop het. Blykbaar het hy egter nie gegaan nie, want sy naam verskyn tot met sy dood nog in die monsterrolle van die Kaapse distrik. Nadat sy eerste wou, Cornelia Everdina Kraak, in 1725 oorlede is, tree hy op 17.2.1726 weer met Hermina Herwig van Amsterdam in die huwelik. Geen kinders is uit die huwelike gebore nie.[4] Abraham Lever van Amsterdam kom in 1719 as korporaal na die Kaap en word die volgende jaar aangestel as assistent. Op 18.4.1724 ontvang hy sy vrybrief. Hy is in 1723 met Margaretha Paasen getroud.Na 'n soektog van 17 jaar is stamvader Hermanus Kriel se doop in Duitslandgevind. Ons het darem nie aanmekaar gesoek nie! My man en ek was 2 keerself Duitsland toe, maar kon ondanks soektogte in argiewe niks definitiefskry nie. Die rede: Ons het onder alles behalwe GRILL gesoek!Hier in die helfte van 2005 het Erik Kriel van Wits met my kontak gemaak enons het oor die saak gesels. Ek vertel hom toe dat ek intussen uitgevindhet die van kan ook as GRILL voorkom. Die K,C, en G in Duits is baie na aanmekaar en met geen spelreëls in die vorige eeue nie, is enige skryfwysemoontlik. Erik het toe onder GRILL op die LDS se tuisblad gaan soek, ensowaar hy kry ene Herman GRILL * 1689. Ek gee al die eer aan ERIK KRIEL.Gedurende 2002 het 'n navorser in Duitsland vir my begin werk doen. Hy hetdie verskillende moontlike spellings genoem. Omdat Hermanus Kriel seouderdom nêrens in enige dokument, behalwe in sy testament voorkom (hy wordas 32 jaar oud genoem, dit bring mens by * 1694) het ons almal vanaf1690-1700 gesoek! Volgens Thys du Preez se artikel in Familia Vol. 42 no. 22005 P. 80, het mans wat heelwat ouer as hulle eggenote was, maklik hulselfas jonger opgegee (ek beroep my hierop). Ek glo dis wat hier gebeur het,want ons kon geen ander Hermanus vind wat in die regte tydvak val nie.In elk geval hier is die besonderhede wat onlangs deur die Duitse navorsergevind is. Ek sal my opgedateerde Stamvaderberig vir Andre van Rensburg
deurstuur:Stamvader Hermanus Kriel (Herrmanus GRILL) a: is die seun van Johann PeterGrill, stadsbewoner en kruidenier in die voorstad Hanau am Main,
Hessen-Nassau, Pruise en sy vrou Eva Christina Schlemmer.Hermanus (Herrmanus) KRIEL a * 12 Apr 1689, Hanau am Main, Hessen-Nassau,Pruisse = 21 Apr 1689, Marienkirche Hanau. Doopgetuies: HerrmanusHeusling, predikant in die klooster Keppel in die vorstedom Siegen,bruidegom van maagd Maria Catharina, dogter van Theoderich Schlemmer,
prediker in die stad. 1Hermanus se van is as GRILL in Duitsland geskryf. Hierdie familie hetbeslis 'n bogemiddelde lewenspeil gehandhaaf. Johann Peter Kriel *15-7-1645, Hanau, was 'n handelaar van kruideniersware. Sy vrou EvaChristine Schlemmer * 2-6-1656 te Hanau was die dogter van FredericiSchlemmer, predikant vanaf 1618-1653 toe hy in 'n hoë kerklike pos afgetreehet. Schlemmer beleef ook die katolieke vervolging in die sin dat hygedurende 1634 verdryf word. Gedurende 1635-1638 tree hy as die graafskapHanau se veldprediker op. Hermanus Kriel se voorgeslagte is tot in die derdegeslag in Duitsland gevind. Sy oupa was Johannes Grill, burger en handelaarin die ou stad, sy ouma was Amalie Schaefer, dogter van Martin Schaefer.Oupagrootjie was Johann Grill, burger en kleremaker, oumagrootjie wasCatharina ? Sy ouma aan moederskant, Anna Katharina Kurzrock was die dogtervan Johannes Kurzrock, derde hervormde predikant in Hanau, wat ook dievervolging gedurende 1626 beleef het. Lg. se loopbaan sterk van 1610-1635
toe hy oorlede is.
1. Taufbuch 7, 1681-1690 Hanau-Marienkirche, p. 285, MF 5
KRIEL (GRILL) GROETE!
Helena Garner (nee Kriel)
Pretoria
(012) 804-2949 [6, 7, 8, 9, 10]
Christened:
- Doopgetuies: Herrmanus Heusling, predikant in die klooster Keppel in die vorstedom Siegen,bruidegom van maagd Maria Catharina, dogter van Theoderich Schlemmer, prediker in die stad.
Died:
- SAG4 gives location as the farm Nooitgedacht on the Paarl Diamond.
|